JAARSTUKKEN 2018

Balans

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en
verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de septembercirculaire van het boekjaar. De gemeente Weert volgt deze stellige uitspraak.

Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt, geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2015 van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen Wmo-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.

Balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs,  verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Bijdragen aan activa van derden worden conform de notitie "Waardering en afschrijving vaste activa en rente", vastgesteld op 23-11-2017 door de gemeenteraad, geactiveerd als ze individueel een bedrag van € 10.000 te boven gaan. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen
De immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven conform onderstaande tabel, tenzij bij raadsbesluit anders besloten is.

Activa

Econ/ Maatsch. Nut

Afschrijvings-termijn

Immateriële activa

Onderzoeken, voorlichting e.d.

Kosten van onderzoeken en ontwikkeling, uitwerking beleidsplannen, publicaties en brochures, mits dit een actief tot gevolg heeft

5 jaar

Bijdragen aan activa van derden

Alle investeringssubsidies

Conform af-schrijvings-termijn gelijk-waardige gem.activa

Materiële vaste activa met economisch nut
Algemeen
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak die aan de vervaardiging van het actief worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze kosten worden geactiveerd.

Overige investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is.

Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Wanneer investeringen grotendeels of volledig worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijk afval of andere alsook voor rechten die op grond van artikel 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

In erfpacht uitgegeven gronden
De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (in casu de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Gronden waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen
De materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven conform onderstaande tabel, tenzij bij raadsbesluit anders besloten is.

Activa

Econ/ Maatsch. Nut

Afschrijvings-termijn

Materiële activa

Grond en terreinen:

Volkstuinencomplex

E

40 jaar

Begraafplaatsen

E

30 jaar

Overige gronden en terreinen (niet zijnde sportterreinen)

E

niet

Sportterreinen (m.u.v. de bij de voorziening sport genoemde)

E

niet

Gebouwen en inrichting:

Nieuwbouw woonruimten, (bedrijfs)gebouwen, onderwijshuisvesting, parkeergarages

E

50 jaar

Bouwkundige aanpassingen woonruimten en gebouwen, (aan)bouw bijruimten, 1e inrichting onderwijsruimten, JOP’s/jongerenvoorzieningen

E

25 jaar

Brandveiligheids- en beveiligingsvoorzieningen in gebouwen, arboaanpassingen, voorzieningen hemelwaterafvoer

E

15 jaar

Inventaris/inrichting gemeentelijke en openbare gebouwen (bureaus, kleinere installaties, materiaal stembureau e.d.), geluidwerende voorzieningen

E

10 jaar

Wijkunits

E

6 jaar

Losse inventaris (bijv. stoelen, tapinstallatie)

E

5 jaar

Vlaggenmasten

E

20 jaar

Vervoermiddelen/ (rijdend) materieel:

Groot materieel (vrachtwagens e.d.) 12 jaar

E

12 jaar

Klein materieel (personenauto’s e.d.) 10 jaar

E

10 jaar

Sneeuwploeg / - strooier 12 jaar

E

12 jaar

Veegmachine 6 jaar

E

6 jaar

Technische installaties:

Noodstroomaansluitingen

E

30 jaar

CV installaties, paternosterkasten, cateringinstallaties

E

15 jaar

Telefooncentrale, garage-interieur (o.a. hefbrug en afzuiginstallatie), klimaatbeheersing, waterkoelers, presentatieapparaten, elektronische afsluitsystemen

E

10 jaar

Algemeen en automatisering / ICT:

Digitale basiskaarten, kasten kadasterkaarten, reader archief, kabelkrant SLOW

E

10 jaar

ICT infrastructuur:

E

Statische componenten (o.a. bekabeling)

E

10 jaar

Dynamische componenten, telefooncentrale

E

5 jaar

ICT hardware:

E

Servers (procesafhankelijk)

E

4–5 jaar

Werkplekvoorzieningen (werkplekafhankelijk)

E

3–4 jaar

ICT software (procesafhankelijk), kantoorautomatisering

E

3–6 jaar

Printer studiezaal archief, leesapparaat microfiches, “gemeentearchief online”, microfilms, ontwikkeling archeologische kaarten

E

5 jaar

Defibrillatoren

E

8 jaar

Plotter

E

4 jaar

Kleding bodes

E

4 jaar

Luchtfoto’s

E

3 jaar

Reiniging/ milieu:

Inrichting milieustraat, geluidsanering (bijv. geluidswal)

E

25 jaar

Ondergrondse inzamelstations

E

15 jaar

Containers, duobakken

E

10 jaar

Geluidsniveaumeters

E

7 jaar

Weg- en waterbouwkundige werken, groen en verkeer:

Parkeerautomaten (inclusief zuilen), rijwielstallingen waar een tarief geheven wordt

E

10 jaar

Handterminals, parkeermeters, speeltoestellen

5 jaar

Materiële vaste activa met maatschappelijk nut
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2017 worden gedaan.
Door de invoering van de nieuwe systematiek blijven verschillen bestaan in de wijze waarop mag worden afgeschreven op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die vóór het begrotingsjaar 2017 zijn gedaan. Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek is in het verloopoverzicht in de toelichting op de balans aangegeven welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek.

Conform de op 12 februari 2014 door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnota worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven in 20 jaar. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven).

De gehanteerde afschrijvingstermijnen
De materiële vaste activa met een meerjarig maatschappelijk nut, worden lineair afgeschreven conform onderstaande tabel, tenzij bij raadsbesluit anders besloten is.

Activa

Econ/ Maatsch. Nut

Afschrijvings-termijn

Materiële activa

Algemeen en automatisering / ICT:

Straatnaamborden

M

10 jaar

Reiniging/ milieu:

Hondentoiletten

M

10 jaar

Weg- en waterbouwkundige werken, groen en verkeer:

Wegen, straten, pleinen, bruggen

M

40 jaar

(Recreatieve) fiets- en wandel/voetpaden, rotondes/verkeerstafels, natuuroevers/ beschoeiing, parkeerplaatsen/ voorzieningen, verkeersafremmende voorzieningen

M

25 jaar

Civieltechnische werkzaamheden/ infrastructuur, groen en plantsoenen

M

20 jaar

Verkeersregelinstallaties, aanleg 30 km-zones

M

15 jaar

Belijningen en bebordingen, straatmeubilair, rijwielstallingen

M

10 jaar

(Openbare) verlichting/ elektriciteitsvoorzieningen:

Thermisch verzinkte/ gepoedercoate lichtmasten

M

40 jaar

Thermisch verzinkte masten

M

35 jaar

Stalen geschilderde masten

M

30 jaar

Verzwaring elektriciteitsaansluitingen

M

25 jaar

Reconstructie/ renovatie openbare verlichting, decoratieve armaturen

M

20 jaar

Integrale veiligheid (verlichting)

M

15 jaar

Elektriciteitskasten

M

10 jaar

Voor specifieke voorzieningen/investeringen op het gebied van sport, recreatie en toerisme, zijn de afgelopen jaren notities opgesteld, namelijk de notities “meerjaren onderhouds- en vervangingsplan gemeentelijke zaal- en veldsportaccommodaties 2003-2022” en “meerjaren onderhouds- en vervangingsplan toeristisch-recreatieve voorzieningen 2004-2023”. In deze notities zijn de afschrijvingstermijnen voor deze investeringen nader bepaald.

Activa

Econ/ Maatsch. Nut

Afschrijvings-termijn

Voorzieningen sport en zwembad:

Aanleg en volledige renovatie atletiekbaan, hockeyvelden en tennisbanen

E

30 jaar

Terreinleidingen zwembad, aanleg en groot onderhoud sport(gras)velden,wedstrijdverlichting, scheidingswanden sportaccommodaties

E

25 jaar

Onderhoudswerkzaamheden zwembad, inrichting sportaccommodaties,verlichting velden, dug-outs

E

20 jaar

Technische installaties zwembad, toplaag houten sportvloer, telescopische tribunes, jaarklok met optimaliser, tumblingbaan, binnenzonweringen, verlichtingsarmaturen sportaccommodaties, toplaag kunstgrashockeyveld, atletiekbanen en trainingsvelden, beregeningsinstallaties en pompen, parkeer/ voorterrein, zittribune,aandrijfaggregaat scheidingswanden

E

15 jaar

Inventaris horecavoorziening zwembad

E

10 jaar

Inventaris zwembad, toplaagrenovatie kunststofsportvloeren, opwikkelbanden scheidingswand, afdekvloer, ontkalkinginstallatie, sportattributen, verlichting binnensportaccommodaties, ballenvangers, bezanden voetbalvelden, (toplaag)renovatie tennisbanen, skeelerbaan en andere (half)verharde velden, deksels en goten atletiekbaan, onderdelen tribune

E

10 jaar

Toeristisch-recreatieve voorzieningen:

Natuurijsbaan, passantenhaven

M

25 jaar

Natuurleerpad, knuppelpad, steigers (viswater)

M

15 jaar

Bewegwijzering wandel- en fietsroutes, informatiepanelen, toestellen, trimbaan

M

10 jaar

In het Gemeentelijk Rioleringsplan zijn de landelijk gehanteerde technische levensduren van rioleringsonderdelen genoemd. Onderstaand volgt een opsomming van deze activa met de bijbehorende afschrijvingstermijnen.

Activa

Econ/ Maatsch. Nut

Afschrijvings-termijn

Gemeentelijk rioleringsplan

Riolen, putten, kolken

E

40 tot 75 jaar

Persleidingen (gemalen, drukriolering):

E

Bouwkundig

E

45 jaar

Mechanisch / elektrisch

E

15 jaar

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen zijn, tenzij hierna anders is vermeld, opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Mocht de waarde van de aandelen onverhoopt structureel dalen tot onder de verkrijgingsprijs dan zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Vlottende activa

Voorraden
Grond- en hulpstoffen
De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Incourante voorraden worden afgewaardeerd naar marktwaarde.

Onderhanden werk, gronden in exploitatie
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs of de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) als ook een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.
Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
1.   Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
2.   De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
3.   De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.
Het BBV schrijft voor (o.b.v. de Notitie Faciliterend Grondbeleid) dat kosten, die gemaakt worden in het kader van faciliterend grondbeleid en verhaald kunnen worden op derden, opgenomen dienen te worden als vordering. Bij een getekende overeenkomst wordt de post als kortlopende vordering opgenomen. Bij het ontbreken van een getekende overeenkomst wordt de post opgenomen als overlopend actief, voorzover wordt verwacht dat deze binnen de looptijd van het exploitatieplan (in dit geval 15  jaar) nog verrekend kan worden. Als geen zicht is op een toekomstige verrekening dan wordt de post vermeld onder “niet in de balans opgenomen rechten”.
Betreffende post werd voorheen opgenomen onder de voorraden (onderhanden werk) omdat zij onderdeel is van de grondexploitatie Kampershoek 2.0. Bij de voorraden (onderhanden werk) wordt dit deel in de jaarrekening 2018 middels een presentatieverschuiving uit de boekwaarde van de boekwaarde Kampershoek 2.0 gehaald en verplaatst naar de overlopende activa. De omvang van deze post is gebaseerd op de werkelijke kosten en de netto te verhalen kosten in het exploitatieplan Kampershoek 2.0 (herziening 2), gerelateerd aan gronden in eigendom van derden. Betreffende post wordt jaarlijks opnieuw bepaald.
Indien verlies wordt verwacht is voor het volledige bedrag van het verwachte verlies een voorziening op
eindwaarde getroffen. De voorziening wordt in mindering gebracht op de waardering van het onderhanden werk aan de debetzijde van de balans. Het onderhanden werk op de balans mag hierna niet negatief zijn. Een eventuele negatieve stand wordt opgeheven door voor het negatieve bedrag een voorziening op te nemen aan de creditzijde van de balans. Dit heeft geen invloed op het resultaat maar is uitsluitend een balanspresentatie.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.
De voorziening vervangingsinvesteringen rioleringen is verwerkt op basis van nominale waarde en met inachtneming van art. 44 lid 2 BBV. Vanuit het GRP is er geen inzicht in de wijze waarop het riooltarief is opgebouwd en is een voorziening op basis van art. 44 lid 1 BBV niet mogelijk.
Ten behoeve van het inzicht is de voorziening anterieure overeenkomst bovenwijkse voorzieningen geherrubriceerd van de voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's naar de voorzieningen voor van derden verkregen middelen. De vergelijkende cijfers per 31 december 2017 zijn hierop aangepast.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van een jaar of langer.

Verplichtingen voortvloeiend uit leasing of huur
De waardering van de verplichting uit hoofde van financial leasing van kantoorapparatuur vindt  plaats tegen contante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de
geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

ga terug